Interview met Erik van de Ven

Marco Terwindt is Senior Consultant bij Aia Software B.V. Hij is nu 42 jaar oud en studeerde van 1984 tot 1989 Informatica in Nijmegen.

Beste Marco; bijzonder leuk je te interviewen! Hoe kwam je tot de keus Informatica te gaan studeren?
Op de middelbare school was ik goed in bijna alle vakken. Er sprongen er niet een aantal uit. Op gegeven moment moest er wel een vakkenpakket gekozen worden en dat viel dus niet mee. Dat kwam vooral omdat ik niet goed wist wat ik later wilde worden. Een dekaan heeft mij toen in een gesprek op het spoor van Informatica gezet. Ik wilde wel iets met techniek maar het moest ook weer niet te technisch worden. Ik ben me daarna gaan oriënteren op het vak Informatica, want ik wist helemaal niet wat dat inhield. We spreken hier over de tijd dat niet iedereen een PC thuis had staan.

Waarom koos je eigenlijk voor Nijmegen?
Ik ben me zoals gezegd gaan oriënteren op het vak Informatica. Ik heb brochures opgevraagd van diverse Universiteiten en ben naar open dagen geweest. Nijmegen sprak mij aan omdat hier de opleiding meer praktisch gericht was dan bij andere Universiteiten. Verder kende ik de stad Nijmegen al heel goed, omdat ik er vlakbij (in het dorp Leuth) woonde en nog steeds woon overigens. Al met al voor het praktische gekozen.

Wat vond je het leukst in je studie?
Met een aantal studenten besteedden we al onze vrije uurtjes met kaarten. We speelden echt elke pauze en vrij tussenuur verschillende kaartspelen. Vooral boerenbridge en rikken. Later hebben we ook nog wel klaverjas gespeeld, maar dat vond ik niet zo leuk. Waarschijnlijk omdat ik er niet zo goed in was.

Wat doe je nu, en hoe kwam je daar terecht?
Ik ben als Senior Consultant werkzaam op de afdeling Professional Services van Aia Software B.V. Ik ben in 1987 daar terecht gekomen. Men was bezig om Aia Software B.V., toen nog Assistentie in Automatisering geheten, op te richten. Een aantal van de oprichters was op dat moment nog student Informatica aan de Universiteit van Nijmegen. Zij zochten mensen die voor Aia wilden werken. Ik studeerde nog en ben toen part-time voor Aia gaan werken. Na mijn afstuderen moest ik in militaire dienst en aan het eind daarvan belde Aia mij op om te vragen of ik wilde komen werken. Dat was in november 1990. Ik ben er gaan werken en er nooit meer weggegaan. Sinds 1993 ben ik ook een van de aandeelhouders van Aia Software B.V.

Wat houdt dat werk in?
Aia Software B.V. produceert software onder de naam “ITP Document Platform”. Het ITP Document Platform helpt organisaties om vanuit bestaande applicaties en bijbehorende databases automatisch documenten te kunnen creëren en verder te verwerken (afdrukken, versturen per post, versturen per email, archiveren, etc.). Het begrip document moet je hier ruim zien. Dit kan variëren van systeemdocumenten en correspondentie tot digitale formulieren.
Sinds 1998 adviseer ik klanten en business partners in Europa en Noord Amerika in het succesvol implementeren van hun document produktie systemen met het ITP Document Platform. Vaak ondersteun ik diezelfde klanten ook bij het implementeren en uitrollen van de betreffende document produktie systemen. Dit houdt in dat je daadwerkelijk aan het programmeren bent en dat je voor het betreffende systeem documentatie schrijft. Van tijd tot tijd hoort hier ook een stukje training bij van de medewerkers van de klant of business partner.

Wat zie je als pluspunten en minpunten van je werk?
Het werk is al met al zeer afwisselend. Een minpunt van het werk is dat je veel uren aan het reizen bent. Dit heeft alles te maken met het feit dat je meestal naar de klant toegaat om je werk te doen. Binnen Nederland moet je dan rekenen op ongeveer 2 tot 4 uur reistijd per dag. Daartegenover staat wel dat je soms ook naar het buitenland reist, omdat Aia Software B.V. daar ook kantoren en klanten heeft. En dat is meestal leuk, omdat je dan naast je werk ook de gelegenheid hebt het betreffende land en de mensen te leren kennen. Groot pluspunt van mijn werk vind ik de grote verscheidenheid aan werkzaamheden die je kunt doen. Dat houdt in dat het nooit saai wordt en je elke keer weer andere en nieuwe dingen leert kennen.

Heb je veel bijscholing nodig gehad?
Om het huidige werk te kunnen doen was natuurlijk wel af en toe scholing nodig. Je moet toch regelmatig nieuwe programmeertalen, nieuwe technieken, nieuwe methoden, etc. leren om je werk te kunnen doen. Dat is niet alleen in mijn huidige functie zo, maar dat was ook zo in mijn vorige 2 functies.

Waarbij is je studie Informatica nog van nut?
De studie aan de RU heeft een heel goede basis gelegd voor het werk dat ik in nu doe en in het verleden heb gedaan. Niet elk vak dat ik geleerd heb heeft directe toegevoegde waarde, maar de onderliggende waarde is vaak heel groot. Zonder dat je het door hebt leer je bijvoorbeeld structureren, organiseren, nadenken over problemen, bedenken van oplossingen, etc., etc. Naast deze hele solide basis heb ik hele praktische zaken geleerd, die ik meteen in de praktijk kon toepassen, zoals het ontwerpen, implementeren en uitrollen van systemen.

Wat zijn je toekomstplannen?
Op dit moment heb ik geen duidelijke toekomstplannen op het gebied van carrière. Voorlopig blijf ik werken in deze functie waarbinnen ik mij natuurlijk verder zal ontwikkelen. Waarschijnlijk zal ik mij heel breed blijven ontwikkelen en mij niet zo snel specialiseren op een deelgebied. Ik ben een veelzijdig persoon en ik vind het dan ook leuk om veel verschillende dingen te doen.

Heb je nog contact met je medestudenten?
Op dit moment heb ik geen contacten meer met oud-medestudenten. Er werken weliswaar redelijk wat voormalig studenten Informatica van de RU bij Aia Software B.V. maar daar zijn geen oud-medestudenten bij. Heel af en toe kom ik nog wel eens oud-medestudenten tegen tijdens mijn werk.

Heb je nog een goede raad voor aankomende studenten?
Laat je niet afschrikken door theoretische onderdelen van de studie Informatica. Zoals ik al zei leer je daar heel veel van en heb je er in de praktijk veel profijt van.

Marco, hartelijk dank voor dit interview!

bew. Dick van Leijenhorst, juni 2008.